BredaLympics feest van de kampioenen
Door Peter van Bergen

Maandag 10 oktober 2005 - BREDA – Ineens sta je dan te praten met een kersverse wereldkampioen. Jack van Oosterhout uit Teteringen werd onlangs in Tsjechië de beste van de wereld in showdown, dit weekeinde een van de sportdisciplines op de eerste uitvoering van BredaLympics.


(Foto Ron Magielse)

Showdown wordt gespeeld door met name visueel beperkte spelers. De wereldkampioen deed zelf niet mee. Hij had het te druk met de organisatie van het evenement.

Toch had Jack van Oosterhout graag een demonstratie gegeven. Hij had zich er ook op voorbereid. Maar omdat de clinic niet in het programmaboekje was opgenomen, bleef hij zonder publiek.

Het was een klein smetje op drie fantastisch verlopen dagen sport voor mensen met een beperking. Als beste van de wereld was Jack gul met uitleg over zijn sport. „Je speelt het op een tafeltennistafel met opstaande randen en twee goals aan de korte zijden. Met een houten plankje probeer je te scoren. Je wint na twee gewonnen sets.“

Simpel, maar niet met een skibril op voorzien van ondoorzichtig glas. Het wordt puur op gehoor gespeeld. Daarom waren er voor de concentratie zes lokalen van basisschool De Spoorzoeker nodig om evenzoveel wedstrijdtafels te kunnen plaatsen. Blinden spelen showdown, maar mensen met een arendsblik zijn ook welkom. Met skibril op is iedereen gelijk.

Behalve showdown spelen kon er nog veel meer op de verschillende plaatsen waar BredaLympics werd gehouden: zit-volley en badminton, rolstoeltennis- en hockey, atletiek, paardrijden.

„Normaal wat normaal kan, speciaal wat speciaal moet“, schreef voorzitter John van Ierland in het fraai uitgevoerde programmaboekje.

Tandemwielrennen bijvoorbeeld met een machinist en stoker. De stoker is blind of visueel beperkt. Hij laat zich sturen door de machinist. Rond het Ulvenhoutse sportpark Jeugdland zag je de explosiviteit, de kracht en het vertrouwen.

Wheelchair-rugby, paardrijden en atletiek; zelfs intellectual disability- voetbal was er bij NAC pal voor de feestavond in Le Carnac, die honderden sporters met een beperking zaterdag werd aangeboden. Vijftienhonderd sporters uit Nederland, België en Duitsland genoten drie dagen lang.

Van Ierland zag het fanatisme, maar ook de onderlinge verbondenheid. Het kostte hem de nodige kilometers om elf sportaccommodaties te kunnen bezoeken.

Van Ierland, studiebegeleider op de NHTV bedacht de BredaLympics in 2000. Met een bestuur van zeven mensen, een stichting en tweehonderd vrijwilligers werd de eerste BredaLympics vijf jaar later een feit.

Het mooiste compliment kreeg hij van ‘stoker’ Jan Mulder. Mulder promoot al jaren het tandemwielrennen. „In Breda eindelijk eens geen beleidstukken. Hier wordt echt gesport“, hoorde Van Ierland van Mulder.

Aan de realisering van BredaLympics is het nodige werk aan vooraf gegaan. Van Ierland wilde er niet al te veel over kwijt. Hij roemde wel de nationale sportbonden, de Nebas/NSG, subsidiegevers en sponsors.

Een dikke twee ton was nodig om alles te kunnen betalen. Van Ierland noemt het voorbeeld van tweehonderd zwemmers. „Zoveel categorieën, zoveel disciplines. Voor hen alleen al waren we voorbereid op 73 eerste prijzen.“

Een dikke pluim kreeg ook de gemeente Breda, die alle sportaccommodaties gratis beschikbaar stelde en daarnaast voor de logistiek zorgde bij het afzetten van buitensportplaatsen. Van Ierland: „Met dit evenement is Breda toegankelijk gemaakt voor deze doelgroep. De bedoeling is dat we BredaLympics over twee jaar herhalen en dat het vervolgens om de vier jaar wordt georganiseerd. Dat doen we dan steeds in het jaar voor de Paralympics. Voor die Paralympics kunnen dan in Breda startbewijzen worden verdiend.“