Artikel uit Trouw van 18-08-2004

'In het begin zat ik als een ui op de fiets'
John Graat

Jeroen Straathof (31) is een bijzondere olympiër. In Athene maakt de voormalige schaatser een unieke trilogie vol. Dit keer in de gedaante van baanwielrenner. ,,In het begin zat ik als een ui op de fiets.''

ATHENE - Het leven is volgens Jeroen Straathof niet meer dan een aaneenschakeling van toevalligheden. Dat hij in Athene nu een unieke trilogie volmaakt, is er maar een voorbeeld van. Bij zijn weten is er geen enkele andere sporter die aan de Winterspelen, de Zomerspelen en de Paralympics meedeed.

Als schaatser werd hij dertiende op de 1500 meter op de Spelen van Lillehammer in 1994. Zes jaar later reed hij op de tandem met de blinde wielrenner Jan Mulder naar het goud in Sydney. Als baanwielrenner doet hij in Athene mee met de achtervolgingsploeg.

,,In 1996 was ik in Atlanta op de Paralympics om mijn vriendin Evelyn van Leeuwen te zien meedoen aan het rolstoelbasketbal. Jan Mulder vroeg me daar of ik wel eens fietste. Ik reed in de zomer veel op de weg. We zijn het toen bij Jan daar in Twello gaan proberen en het klikte. In de tijd dat we samen veel op de baan trainden, zei Peter Pieters: Als jij zo hard op de tandem kunt rijden, moet je het bij ons eens proberen.''

Straathof is een liefhebber. Zijn grootste liefde, het schaatsen, moest hij in december 2001 opgeven. Na zijn wereldtitel op de 1500 meter was het van kwaad tot erger gegaan. Straathof viel vaak en leek mentaal kwetsbaar. Toen hij zich niet had gekwalificeerd voor de Winterspelen van Salt Lake City hakte hij de knoop door. ,,Ik had onwijs veel plezier in de ploeg van Ingrid Paul maar ik was mijn uitdaging kwijt.''

Straathof ging 2,5 maand op reis. ,,We waren in Zimbabwe, Botswana en in Zuid-Afrika heb ik meegedaan aan de Giro del Capo. Daar heb ik af zitten zien in het wiel van Cancellara. Onderweg sprak ik met mijn zwager over van alles. Ik was pas 29. Fysiek was ik nog tot veel in staat. Ik wilde weer ergens voor gaan, ik wilde iets nieuws. Dus stapte ik in een groot vraagteken.''

Straathof had als baanrenner aanpassingsproblemen. ,,Ik reed vaak een tandje te zwaar. Ik had moeite met de hoge beenfrequentie. Mijn houding was niet goed. Ze zeiden dat ik als een ui op de fiets zat. Ik ben vrij groot en fors gebouwd, dan val je inderdaad snel op tussen die ranke mannen. Maar ik kreeg het vertrouwen en het niveau ging omhoog.''

De proefperiode met de achtervolgingsploeg eindigde met een zevende plaats op het WK in Kopenhagen. Daarna ging de knop om. In de aanpak kwam structuur. Het hele baanwielrennen kreeg een impuls. De achtervolgers besloten zich volledig te gaan richten op de Spelen van Athene.

Straathof had weer een doel. En snelheid heeft een verslavende werking. ,,Ik heb niets met auto's of motoren, ik wil de snelheid zelf produceren. Eigenlijk zou iedereen eens moeten ervaren wat het gevoel is als je met zestig kilometer per uur over de baan rijdt. Dat je net niet uit de bocht voel, dat je de roterende krachten op je lichaam voelt. Ik geniet zelfs van het afzien.''

Straathof is volgens bondscoach Pieters belangrijk voor het 'groepsproces' in de ploeg die hij vormt met Jens Mouris, Peter Schep en Levi Heimans. Als schaatser was hij ook meer een teamspeler in een wereld van egoisten. ,,Ik was altijd van waarde voor de ploeg. Ik had altijd het stempel té sociaal te zijn. Ik ga inderdaad niet over lijken, ik zoek het altijd eerder bij mezelf. Dan maar een trapje harder doen. Ik vind sociaal zijn ook in topsport helemaal geen slechte eigenschap.''

Als de 31-jarige Leidenaar zijn drie olympische ervaringen met elkaar vergelijkt, kan hij geen voorkeur uitspreken. ,,In Lillehammer had je twee atletendorpen en waren er maar 3500 sporters. Dat had charme. De Paralympics waren al veel groter. Maar dit evenement is groots. In 1994 zaten we daar met 25 man en die kende je allemaal. Hier zit je aan tafel met Mark Huizinga, of Rebekka Kadijk of je zit met Trinko Keen te praten over de geheimen van het tafeltennisbatje. Topsporters zijn bijzondere mensen.''

Zondag komt de achtervolgingsploeg in de piste. Na de vierde plaats op het WK in mei in Melbourne lijkt er een kleine kans op een medaille. ,,Ik ben hier niet gekomen voor een vierde plaats of een Nederlands record, ik moet hard fietsen. Heel hard fietsen. Wat het oplevert heb ik niet in de hand.''


Copyright: Trouw